Willem Rovers werd geboren op 5 maart 1931 te Uden. In 1952 trad hij in bij de kapucijnen en in 1959 werd hij priester gewijd. Tijdens zijn opleiding bleek zijn talent om boeiend te spreken. Hij werd predikant, ofschoon hij graag naar de missie wilde gaan.
In 1963 werd hij op 32-jarige leeftijd onverwachts gardiaan in Enschede, het noviciaatsklooster. Vanaf
1966 werkte hij in de diaspora in het oosten van Duitsland. In 1978 werd hij pastoor in Gifhorn bij Braunschweig. Men noemde hem daar liefdevol de Zigeuner Gottes. Het predikantswerk liep ten einde.
Ondanks het feit dat de sfeer in Nederland hem te weinig open was, keerde hij er in 1983 terug.
Eenmaal terug in Nederland bevond hij zich in een crisis. Willem werd angstig. Hij wist niet meer: Wie
heb ik nog, wie ben ik nog? Hij was even werkzaam in een ziekenhuis in Arnhem. Daarna werd Willem pastor in het Maasziekenhuis te Boxmeer. In 1998 was hij pastor in Wilbertoord en
Sint Hubert.
In Mill werd hij later pastor in de verzorgingshuizen Aldenhorst en De Meijhorst, waar hij Willem werd genoemd en niet pastor. In 2002 werd hij parttime gardiaan in Den Bosch.
In klooster-Velp was hij betrokken bij het groepswerk. Een van de groepen was “Omgaan met rouw”. Daar ontmoette hij Willemien Wannet die juist weduwe was geworden. Door alle verhuizingen en omstandigheden heen bleven zij vrienden tot het einde toe.
Vanaf 2017 merkten de broeders dat Willem langzaam begon te dementeren. In Mill voelde hij zich steeds minder op zijn gemak. Daardoor vond hij het werk moeilijker. Totdat hij zelf in samenspraak o.a. met Willemien – besloot om naar Tilburg te verhuizen.
Hij was een vriendelijke kapucijn met een afnemende gezondheid en geheugen, die heel trouw het gebed bleef volgen. Hij ging van lopend, strompelend, tot steunend op een rollator, tot in een rolstoel, tot gebonden zijn aan zijn kamer. Voor Willemien was het een lange strijd om te accepteren dat hij door zijn ziekte van karakter veranderde. Hij overleed in Breda op 12 januari 2025 en werd werd begraven in Velp op 18 januari 2015.
Moge hij rusten in vrede.