Kapucijnenbroeders uit Duitsland, Oostenrijk, België en Nederland kwamen van 21 tot en 25 mei bijeen in Freising, Beieren, om ideeën uit te wisselen en belangrijke kwesties voor de toekomst te bespreken.
De wereld verandert, wordt meer seculier en complexer. En de kapucijnen? Wat is hun plaats in deze maatschappij? Na Pinksteren kwamen ongeveer 40 broeders uit de diverse landen binnen de provincie in Freising, Beieren bijeen om deze vragen te bespreken. “Na de fusie van de vier voorheen onafhankelijke entiteiten binnen de orde werd een internationale bijeenkomst georganiseerd. Het doel was om elkaar beter te leren kennen, maar ook om samen na te denken over de richting die we in de toekomst uit willen”, zo beschrijft de gekozen provinciaal van de provincie, broeder Helmut Rakowski, het doel van de bijeenkomst.
Op de eerste dag van de bijeenkomst spraken de broeders uitvoerig over de vraag hoe de samenleving en het kerkelijk milieu zich ontwikkelen. Detlef Pollak, een Duitse godsdienst- en cultuursocioloog, berichtte de broeders over het enorme verlies aan betekenis van kerken en geloof in Duitsland.
Waar staan de kapucijnen? Broeder Mauro Jöhri, Zwitser en voormalig minister-generaal van de kapucijnen wereldwijd, benadrukte: “We moeten duidelijk maken hoe we aanwezig willen zijn in deze wereld. Voor wie zijn we er, hoe moet ons alternatieve leven eruit zien?” Voor de kapucijnen is één ding zeker: het lukt alleen met hoop – en met een duidelijke focus op mensen en hun dagelijks leven. Een uitdagende taak, vooral wanneer het christelijke milieu nauwelijks (meer) aanwezig is. “Wij kapucijnen willen het aanpakken. We willen de mensen onbaatzuchtig en open benaderen en hen plaatsen van spiritualiteit aanbieden,” zei broeder Mauro.
Maar niet alleen de omgeving van de kapucijnen verandert, ook de orde zelf verandert. Er zijn steeds minder roepingen in Europa en kloosters moeten worden verlaten. Hoe zal de orde in de toekomst haar jonge broeders opleiden in internationale communiteiten? Wie beslist waar de kapucijnen aanwezig moeten zijn in een krimpend Europees kloosterlandschap? Waaruit putten de broeders hoop? Dit zijn vragen die in de orde en in de communiteiten besproken worden en die ook aan de orde zullen komen tijdens het generaal kapittel van de orde in deze zomer.
Eén ding is duidelijk: internationale samenwerking en intercultureel samenleven worden steeds belangrijker. Op steeds meer plaatsen maken broeders uit het Zuiden fundamenteel deel uit van de kloostergemeenschappen. Dit is een grote kans, maar natuurlijk ook een uitdaging voor beide kanten, want iedereen brengt een cultureel tintje met zich mee. Broeder Luc Vansina, een Belgische kapucijn die in Antwerpen een internationale communiteit leidt, houdt zich al jaren met dit onderwerp bezig. “We moeten ervoor zorgen dat broeders uit andere landen zich bij ons thuis voelen. En natuurlijk moet er ook begrip zijn bij de broeders voor de kerk in het land waar zij naartoe komen,” zegt hij. Het is belangrijk om dingen samen aan te pakken, aan gezamenlijke projecten te werken, een gemeenschappelijk gebedsleven te leiden. Niet kijken naar wat verdeelt, maar naar wat verenigt.
“Als kapucijnen zijn we een geloofsgemeenschap. Dat blijven we ook als de wereld om ons heen steeds meer geseculariseerd raakt. Een zuurdesem zijn voor de samenleving blijft onze missie”, zegt broeder Helmut, terwijl hij hoopvol naar de toekomst kijkt.