minderbroeders kapucijnen

eenvoudig • franciscaans • leven

minderbroeders kapucijnen

eenvoudig • franciscaans • leven

Christophorus Goedereis moest kiezen tussen tennisracket en bruine pij

Christoph Goedereis groeide tijdens zijn jaren op het gymnasium van de franciscanen in Nordhorn en dat van de kapucijnen in Bocholt op te midden van leraren in een bruine pij. De romantisch angehauchte jonge Duitser tenniste op hoog niveau en had maar één ideaal: tennisprof worden. Na een schoolretraite in een Benedictijnenabdij en een reis naar Assisi rijpte er in zijn hart een ander ideaal. Hoewel smoorverliefd op Andrea, trad hij na zijn eindexamen in bij de kapucijnen. Zijn voornaam Christoph veranderde hij in Christophorus. Na theologische studies in Münster en Rome werkte hij als pastor in het Zwarte Woud en in het drukke centrum van de grootstad Frankfurt am Main. Vervolgens was hij 24 jaar topbestuurder binnen de Duitse kapucijnengemeenschap. Nu leidt Christophorus Goedereis (jaargang 1965) de Nederlandse en Vlaamse kapucijnen die sinds kort als Delegatie van de Lage Landen onderdeel uitmaken van de Duitse kapucijnenprovincie. Hij onderzoekt in opdracht van de ordeleiding in Rome de mogelijkheden om kapucijns leven in de Lage Landen bij de zee een nieuwe, internationaal georiënteerde, herstart te laten maken. Wie is deze even idealistische als ambitieuze minderbroeder? Hoog tijd voor een nadere kennismaking.

Leraren in bruine pij

Op de lagere school was Goedereis niet de enige jongen die Christoph heette. Er waren er zeven.  De voornaam Christoph was populair. Zijn oma noemde hem overigens toen al Christophorus. Dat de combinatie Christophorus (Kristoffel, de patroon van de reizigers) en Goedereis voor Nederlanders grappig klinkt, wist hij niet, al lag zijn geboorteplaats Nordhorn maar op enkele kilometers verwijderd van het Nederlandse Denekamp. Christophorus is vol lof over zijn jeugdjaren in het katholieke gezin Goedereis. Zijn vader, die in 1994 op 55-jarige leeftijd stierf, werkte als salesmanager in de kledingbranche, zijn dit jaar overleden moeder was huisvrouw. Christophorus heeft een vier jaar jongere broer die, opgeleid als econoom, directeur werd van een koepelorganisatie van zo’n 25 franciscaanse (!) ziekenhuizen. Over zijn jeugd vertelt hij: “Ik kom uit een heel katholiek, maar niet zo strikt gezin. In mijn geboorteplaats Nordhorn waren 11 christelijke gemeenschappen. Zo’n 30 procent van de mensen was er katholiek, 40 procent protestants. Het ging er heel oecumenisch aan toe. De dominee preekte af en toe bij ons in de kerk. Het was de tijd vlak na het Tweede Vaticaans Concilie en we hadden een heel vitale parochie met jonge priesters. Ik kijk heel positief terug op deze jaren.”

Na de lagere school ging Christoph eerst in Nordhorn als externe leerling naar een gymnasium van de franciscanen. Toen het gezin Goedereis in 1979 verhuisde naar Bocholt, kwam de 14-jarige Christoph terecht op een gymnasium van de kapucijnen. “Dat was een erkend gymnasium waar een deel van de leraren uit kapucijnen bestond. Ik was toen absoluut niet van plan om kapucijn te worden. De parochie in Bocholt was ook niet zo levendig en liberaal als die in Nordhorn. Niet elke zondag ging ik meer naar de kerk. Ik was vooral bezig met sport, met tennis vooral. Ik droomde ervan tennisprof te worden, maar merkte gaandeweg dat dat niet realistisch was.”, legt hij uit.

Een keerpunt in zijn toekomstplannen betekende voor Christoph een schoolretraite in een abdij van de Benedictijnen: “Een jonge monnik, een interessante vent, vertelde bewogen over wat hem als kloosterling bezighield. Ineens dacht ik toen: als jij ook eens deze richting in zou gaan? Ben je gek, was mijn eerste reactie. Maar de gedachte was er.”

Reizen naar Assisi

Het echte keerpunt voor de 18-jarige Christoph Goedereis kwam een half jaar later. “We gingen met school op reis naar Assisi. Ik had natuurlijk wel eens van Franciscus gehoord, maar veel meer ook niet. Tijdens deze reis zat ik een keer in mijn eentje in de grotten van Carceri en ging ik bij mezelf te rade. Ik merkte dat ik toch veel voelde voor de franciscaanse spiritualiteit. Tijdens een tweede reis naar Assisi met Duitse franciscaans georiënteerde jongeren verdiepte dit gevoel zich. Stapje voor stapje kwam ik verder en uiteindelijk concludeerde ik dat ik kapucijn wilde worden. Of dat zou lukken, wist ik niet.” Christoph slaagde voor zijn eindexamen en bij de daaropvolgende feestjes raakte hij smoorverliefd op Andrea en vroeg hij zich af wat te doen. Hij besloot door te zetten en trad in 1983 in bij de kapucijnen. “Het waren romantische en bewogen dagen. Ik moest afscheid nemen van mijn vriendin. Ze was verdrietig, maar begreep me. Snel daarna had ze gelukkig een andere vriend”, aldus Christophorus.

Na zijn periode van postulaat en noviciaat studeerde Christoph, intussen Christophorus, theologie in Münster en in Rome. Daar woonde hij korte tijd in het Internationaal College van de kapucijnenorde, waar kapucijnen van dertig verschillende nationaliteiten woonden en waar hij Nederlandse kapucijnen Optatus van Asseldonk, Servus Gieben en Theo Janssen leerde kennen. Na de voltooiing van zijn opleiding in Duitsland werd Christophorus in 1991 in de parochiekerk van Bocholt, de woonplaats van zijn ouders, door de hulpbisschop van Munster priester gewijd; tegelijk met vier andere jongemannen uit deze plaats. Hij ging aan de slag als pastor in Osnabrück als kapelaan, jeugdpastor en later regiopastoor van kapucijnenparochies in Het Zwarte Woud. Christophorus over deze periode: “Het was een prachtige, maar ook heel intensieve tijd. We experimenteerden naar hartenlust. Er kon veel. Toen werd ik, iets heel anders, gevraagd voor het citypastoraat in de grootstad Frankfurt. In de beroemde Lievevrouwenkerk van de kapucijnen daar waren elke dag drie missen en zondags zes. Honderden mensen kwamen er elke dag een kaars opsteken. Nog steeds. In dit religieus stiltecentrum zag ik dat ook de moderne, seculiere mens niet zonder zoiets als religie en spiritualiteit kan.”

Topbestuurder

Vanaf 2004 tot eind vorig jaar manifesteerde de energieke en dynamische Christophorus zich als kapucijns bestuurder op het hoogste niveau. In Duitsland waren aanvankelijk nog twee kapucijnenprovincies. Die fuseerden en Christophorus werd de eerste provinciaal (algemeen overste) van de éne Duitse kapucijnprovincie met hoofdkantoor (provincialaat) in München. Om een lang verhaal kort te maken: 24 jaar zat Christophorus in het hoofdbestuur van de Duitse kapucijnen waarvan 12 jaar als provinciaal en 6 jaar als viceprovinciaal. Aan het einde van deze jaren van (ook in Duitsland) krimp en secularisatie was hij uitgeput, ziek zelfs. Hij onderging een zware operatie, maar knapte op. Hoe nu verder? Christophorus geeft zelf tekst en uitleg: “Ik kreeg een sabbatical jaar en ging naar Velp om op verhaal te komen. De Nederlandse kapucijnen waren sinds 2020 organisatorisch onderdeel van de Duitse kapucijnenprovincie. Dus ik kende Velp. Tegelijk kreeg ik vanuit Rome de opdracht na te gaan of er in Nederland (Velp), net als in enkele andere West Europese landen, een nieuwe internationale communiteit gesticht kon worden: een Laurentius van Brindisi-communiteit. Daar ben ik nu mee bezig. Er zijn gesprekken met broeders uit Indonesië, India en Tanzania. Hopelijk kunnen we over een jaar van start gaan en ook in Nederland nieuw kapucijns leven op gang brengen. Vanwege allerlei regels is het lastig en gecompliceerd, maar het is minder stressvol dan het werk dat ik als provinciaal te doen had.”

Sinds 29 maart dit jaar is Christophorus Goedereis, die digitaal zeer vaardig is (smart phone en Fitness tracker) en zich ook op social media (Facebook, LinkedIn, X) niet onbetuigd laat, opnieuw actief als bestuurder. Hij is de baas (Delegaat geheten) van de Vlaamse en Nederlandse kapucijnen die als Delegatie bij de Duitse kapucijnenprovincie hoort. Goedereis ziet de mentaliteitsverschillen en de verschillen in nestgeur tussen de Duitse, Vlaamse en Nederlandse kapucijnen, maar voegt daaraan toe: “Uiteindelijk zijn we allemaal broeders van de internationale kapucijnenorde. We zijn één broederschap. Ik ben niet zo naïef te denken dat we terug gaan naar de tijden van weleer. Toch zie ik mogelijkheden nieuw kapucijns leven in de Lage Landen tot stand te brengen. Dat is een grote uitdaging en heeft tijd nodig, maar we hebben eerder tijden van opgang en neergang meegemaakt.”

Daarom loopt Christophorus zich het vuur uit de sloffen om zijn plannen te realiseren. Daarom ook heeft hij in korte tijd via cursussen online en een talencursus bij de nonnen in Vught goed Nederlands leren spreken, naast zijn moedertaal Duits en de door hem al eerder aangeleerde talen Italiaans, Engels en (een beetje) Frans. Optimistisch en energiek als hij is, gelooft Christophorus in een bescheiden opleving van de in Europa en de Lage Landen vergrijsde kapucijnenorde.

Piet van Asseldonk, Met Kap en Koord 2023 – 4

De kapucijnennieuwsbrief
Wil je op de hoogte blijven van de kapucijnen en hun inzet? Meld je dan gratis aan voor onze maandelijkse KAPNIEUWS”. www.kapucijnen.com/nieuwsbrief