Op 28 februari 1929 werd Walter Houtman te Denderhoutem geboren in een kroostrijk gezin. Zijn ouders warenMaurits Houtman en Helena Van Langenhoven.
In het diep christelijk gezin kende Walter een gelukkige jeugd. Twee van zijn broers werden priester, twee zussen en een broer kwamen als leerkracht in het katholiek onderwijs terecht. Hij was zeer fier op die voorbeelden in zijn leven. Ook hij wilde priester worden, zij het niet in het bisdom. Zijn eenvoud en bescheidenheid brachten hem naar het leven van de minderbroeders kapucijnen.
Na zijn middelbare studie – voor een deel in het Sint Laurentiuscollege van de kapucijnen in te Aalst – ging Walter op 15 september 1949 naar het noviciaat te Edingen. Op 17 september 1950 legde hij zijn tijdelijke gelofte af.
Van het noviciaatsklooster in Edingen verhuisde naar het filosoficum van de kapucijnen in de Clarastraat in Brugge. Zoals gebruikelijk bij de kapucijnen studeerde hij drie jaar filosofie. Daarna trok hij naar Izegem voor zijn studies van theologie. Na het derde jaar theologie, in 1956, werd hij door monseigneur Catry die bisschop was geweest in Pakistan, tot priester gewijd.
Een jaar later, in 1957, werd hij benoemd tot missionaris voor de kapucijnenmissie in Pakistan. Op 31 augustus 1957 vertrok hij voor de eerste keer. Gedurende 30 jaar zou Walter er het beste van zichzelf geven voor de christenen die haast allemaal uit het minste begoede deel van de bevolking kwamen en in het moslimland vaak achteruit gesteld werden. Met zijn brommer trok hij van dorp tot dorp om de blijde boodschap te brengen, om zijn catechisten te vormen en verder op te volgen, om kinderen te dopen en jonge mensen te huwen, om de eucharistie te vieren met zijn mensen, te luisteren naar hun wel en wee en hen te bemoedigen. Walter was een eenvoudige, fijngevoelige broeder met een groot hart. Dat wisten de mensen te waarderen. Hij was heel graag gezien. Hij leefde te midden van zijn mensen. Vaak verbleef hij voor een langere tijd in de dorpen. Hij bleef dan bij zijn mensen overnachten. Hoe vaak heeft hij niet, naar Pakistaanse gewoonte, op een plat dak geslapen, onder de blote hemel. Door zijn levenswijze was hij uit zichzelf reeds een stukje blijde boodschap voor zijn parochianen. Zijn woorden en zijn daden waren erg authentiek en dat wisten de mensen te waarderen.
Walter keerde in 1987 definitief naar Vlaanderen terug. Hij werd hij lid van onze broederschap te Aalst. Walter kon het nu wat rustiger aan doen. Als natuurliefhebber werkte hij graag in de tuin. Hij kende alle planten en bloemen niet alleen met hun Nederlandse maar ook met hun Latijnse naam. Dertig jaar kon Walter zich uitleven in de prachtige tuin te Aalst. Daarnaast nam hij de taak over van zijn medebroeder Honoré om dagelijks naar de zusters Clarissen te stappen en er eucharistie te vieren. Hij was een graag geziene voorganger die bovendien heel mooi kon zingen. Hij kon echt genieten van de gulle ontvangst die de zusters hem boden. Hij zou er geen enkel feest missen. Waar het mogelijk was ging hij ook voor bij de andere diensten in het klooster.
In 2000 vierde hij zijn gouden kloosterjubileum en in 2006 zijn gouden priesterjubileum. Bij deze en andere feestelijke gelegenheden liet hij zich graag pramen om een lang gedicht ‘uit de oude doos’ voor te dragen of een lied te zingen. Hij was dankbaar en genoot zelf met volle teugen van deze jubilea.
Na 32 jaar, in 2009, moest Walter Aalst verlaten. De fraterniteit werd immers opgeheven en het klooster verkocht. Zo belandde hij in de fraterniteit van de Boeveriestraat te Brugge. Als lieve en aimabele broeder werd hij er met open armen ontvangen. Ook hier kon hij werken in de tuin en stak hij waar hij kon een handje toe. Toen hij niet meer kon voorgaan in de eucharistie, wilde hij nog graag acoliet zijn tijdens de weekends. Hij hield er dan aan om alle aanwezigen in de eucharistieviering de vrede te wensen, ook al moest dan de voorganger soms even wachten om de communie uit te delen . Zolang zijn gezondheid het toeliet ging hij graag eucharistie vieren in de zustergemeenschap van de OLV kliniek .
Aan zijn verblijf te Brugge kwam na 10 jaar noodgedwongen een einde. Bij gebrek aan nieuwe medebroeders zagen de kapucijnen zich gedwongen om ook dit klooster te verlaten. In 2019 verhuisde hij naar het klooster te Herentals waar alle zorgen voor oude medebroeders aanwezig waren. Zoals in Aalst en in Brugge wandelde Walter zolang hij kon graag in de tuin. Met zijn klein notaboekje trok hij de tuin rond om alle plantjes te kunnen identificeren. Het voorgaan in diensten zat er niet meer in. Na enkel jaren vielen zijn wandelingen in de tuin stil. De laatste twee jaar kwam hij nog nauwelijks buiten. Toch bleef hij ten volle genieten van het broederlijk samen zijn. Walter was graag bij zijn medebroeders. Maar zijn lichaam was stilaan ‘dood op’. Op 7 februari 2024 is hij na een mooi leven als minderbroeder kapucijn zachtjes ingeslapen.