Frans Disch werd op 4 mei 1927 in Utrecht geboren en hij groeide op in ‘s-Hertogenbosch vlak bij het kapucijnenklooster. In 1946 werd hij kapucijn en kreeg de naam Anastasius. In 1953 werd hij tot priester gewijd en ontving hij de studieopdracht om kerkelijk recht te gaan studeren in Rome. Op twee jaar na heeft hij daar heel zijn werkzame leven gewoond.
Eerst was hij secretaris voor onze orde en consultor op ons Generalaat tot 1968. Hij vergezelde de Generale Minister op diens reizen in verband met kapucijnen in moeilijkheden. Daarna was hij lid van allerlei Romeinse-Vaticaanse instanties. Hij maakte onder andere veel rapporten in verband met zalig- en heiligverklaringen. Hij heeft een groot aantal nota’s en verslagen geschreven. In het weekeinde was hij actief in een parochie van de Camillianen en assisteerde hij bij zusters.
In 2006 kwam hij terug in Nederland en ging in Den Bosch wonen, de stad waar hij was opgegroeid. Hij bleef sterk verbonden met de Heilige Stad waar zijn hart lag. Hij hield alles bij wat met de wereldkerk en onze orde van doen had.
Vanaf 2017 woonde hij in Tilburg. Na een heupoperatie in de zomer van 2022 ging zijn lichamelijke en geestelijke toestand snel achteruit. Hij is overleden op 19 augustus 2022. Hij is begraven te Velp/Grave op de Gedenkplaats van de kapucijnen.
Anastasius had een helder verstand en een geheugen als van een paard. Hij was heel erg nieuwsgierig en weetgierig. Hij wilde alle weetjes van de broeders kennen. Zo heeft hij veel werkzaamheden van de kapucijnen uitgezocht en ook hun bijnamen.
Hij was een vriendelijke klassieke kapucijn, die zijn pij droeg tot het laatst en zijn baard liet groeien zoals het kwam. Hij had een groot hart voor onze orde. Hij kon het niet goed hebben als er in zijn ogen onwaarheden werden geschreven. Dan zocht hij uit hoe het wel in elkaar stak.