“Grote woorden als roeping, enz. boeien mij hoe langer hoe minder. Je wordt kapucijn door een levensstijl te beoefenen. Je ontdekt dat die levensstijl geïnspireerd is door Franciscus van Assisi en zijn spiritualiteit. Zo groei je elke dag als kapucijn. Je ziet hoe je leven zich verdiept tot enkele belangrijke momenten van de dag: gebed, broeder-zijn, samen elkander dienen. Dat leer je na vele jaren.
Maar er is toch iets dat belangrijker wordt in je leven: de fraterniteit, die mij tot broeder maakt. Dat besef is een heerlijke ervaring. Ik ben niet alleen op de aarde… Ik sta niet alleen in mijn manier van leven. Ik ben lid van een orde waarvan de plaatselijke fraterniteiten de kernen vormen. En eerlijk: dat maakt mij gelukkig en fier. Het is de moeite waard om lid te zijn van de orde, om kapucijn te zijn.
Franciscus leert mij ook om mijn broeder-zijn te aanvaarden als een geschenk van God, niet voor mij alleen, maar om het te delen met anderen.
Dat leren ervaren maakt mijn kapucijn-zijn dieper en rijker: ik krijg om het door te geven. Op die manier wordt er een band gesmeed: de broederliefde noemen wij dit. Die hechte band tussen mensen onderling omdat wij hecht met God verbonden zijn. Ja, de Franciscaanse spiritualiteit raakt mijn dagelijks leven en maakt dit leven echt zo boeiend, dat ik alleen maar dankbaar en gelukkig kan zijn.”